Plaggen van heideterreinen en vennen

De machines die we ook hier inzetten om bodemverstoring en bodemverdicbting te beperken zijn deze die we ook bij het natuurtechnisch grondverzet inzetten.
Specifiek aan het plaggen van heideterreinen is de nauwkeurigbeid waarmee dit dient te gebeuren.

De zaadbank van waaruit herkolonisatie van een geplagd heideperceel kan gebeuren. is bet grootst in een bepaalde bodemlaag ( de A1-horizont). Dit humeuze, soms venige, laagje is vaak slechts enkele centimeters dik. Te diep plaggen betekent dat veel zaden verloren gaan, vegetatieherstel langer zal duren en, op drogere bodem, dat verstuiving mogelijk is.

Bij te ondiep plaggen zijn de wortelreserves van ongewenste grassoorten als pijpestrootje niet voldoende verwijderd. Deze zuIlen dan ook als eerste het geplagde heideterrein terug koloniseren.
Het aanwezige reliëf in een bepaald heideperceel dient bij bet plaggen zoveel mogelijk
bewaard te worden. Dit bepaalt vaak grotendeels de verscheidenheid aan plantensoorten.